Bart de Koning is trainer en materialenontwikkelaar voor natuur in de kinderopvang.

Hij organiseert trainingen en workshops voor de kinderopvang. Klik hier voor meer informatie.


Mis geen enkele tip! Aboneer u op deze weblog.

Meer informatie of abonneren op deze weblog?

Vul in de rechterkolom je mailadres in bij 'volg mij per e-mail'

donderdag 28 juni 2012

Vraag het de slak zelf maar...

Op de BSO doen ze niet aan educatie, wordt mij als trainer wel eens verteld. Wat is dan educatie? Dat is een juf of een gids die de klas iets vertelt...

Om te laten zien dat educatie ook anders kan, begon ik in een training met het project: 'vraag het de slak zelf maar'.Toen de pedagogisch werkers binnenkwamen kropen op bordjes op de tafel allerlei slakken. Ernaast lagen loepjes, een doorzichtige kunststof plaat, een plantensproeier met water, een aardappelschilmesje, een stuk zwart papier en verschillende plantenbladeren.

Terwijl we koffie zaten te drinken en aan het bijpraten waren, werden ook de slakken druk onderzocht. Allerlei vragen kwamen al automatisch op. Heeft een slak eigenlijk ogen? Kan die over een mesje kruipen? Waarom zou die slijm hebben? Ik heb al deze vragen bewust niet beantwoord.

Na 10 minuten gaf ik de groep de opdracht om vragen te stellen aan en over de slak. Daarna kruisten we aan welke slak we aan het beestje zelf konden vragen (door te onderzoeken, te kijken, proefjes te nemen) en welke we op moesten zoeken. Nog steeds kwamen er geen antwoorden.

Tenslotte pakte ik uit mijn tas een informatieblad over slakken. Eindelijk... En hoe ik ook vertelde dat het maar een voorbeeld was, en dat ze het niet helemaal hoefden te lezen... Nee, het was interessant geworden. Ze wilden het nu weten! Nee, dit is geen educatie, dit is leuk!



Goede educatie prikkelt kinderen tot zelf vragen stellen, zelf onderzoeken. Bovenstaande methode van educatie heet 'ontdekkend leren'. Belangrijk hierbij is: concreet materiaal (de slakken), aanrommelen/ aan het materiaal wennen, vragen stellen, proefjes doen en opzoeken van informatie.

Meer informatie over slakken vind je trouwens in 'jakkes slakken'

Hier vind je meer over ontdekkend leren.

Wil je met je pedagogisch werkers actief leren hoe je de natuur op een eenvoudige en boeiende manier bij de kinderen onder de aandacht kan brengen? Informeer bij mij naar de mogelijkheden voor een training op maat. Mail naar bart@natuureducatie.com of bel mij: 06-29096804


zondag 17 juni 2012

Van rups tot mooie vlinder

Het is rupsentijd! De meeste rupsen vind je in de zogenaamde 'rupsenbomen'. Die bomen zitten helemaal vol met spinsel. Het lijkt op een spinnenweb, maar het wordt gemaakt door de rupsen van de stippelmot.



Zoek met kinderen in de struiken naar rupsen, al dan niet in spinsel. Gladde rupsen kun je over je vinger laten lopen, en zo van heel dichtbij bekijken. Harige rupsen kun je beter laten zitten. Er zijn een aantal harige rupsen (zoals de eikenprocessierups en de rups van bastaardsatijnvlinder) van wie de haren flink irriteren.

In het spinsel zie je nu soms ook de cocons en poppen van rupsen. Ze veranderen dan langzaam in een vlinder.

Veel kinderen willen graag zo'n rups meenemen in een potje en op laten groeien tot een vlinder. Dat kan. Maar je moet met een paar dingen rekening houden:

1. Rupsen zijn kieskeurige eters. Ze eten vaak blaadjes van één struik of plant, en niks anders. Pluk dus blaadjes van die struik en zet ze in de rupsenbak.

2. Zet de takken met bladeren in een potje met water. Maak het potje dicht met vitragestof of folie en steek de tak daar doorheen. Anders verdrinken de rupsen.

3. Leg op de onderkant van de bak keukenpapier. Rupsen poepen nogal veel. En als je het niet regelmatig schoonmaakt gaat het stinken en gaan de rupsen dood.

4. Vooral bij grotere rupsen (zoals koolwitjes) zie je goed dat ze zich vervellen.

5. Rupsen 'uit het wild' zijn regelmatig besmet met parasieten. Ze gaan daar dood aan. Het lukt dus lang niet altijd om een rups op te laten groeien tot een vlinder.

6. De rupsjes met spinsel (uit bijvoorbeeld een meidoornstruik) worden onooglijk kleine stippelmotjes. Span fijne vitrage over de rupsenbak, want de stippelmotjes vliegen makkelijk door kleine gaatjes, en dan zit de hele ruimte vol met motjes.

7. Je kunt ook rupsen van het koolwitje (mooie witte vlindertjes) bestellen bij de Vlinderstichting. Volg de gebruiksaanwijzing van de Vlinderstichting en het gaat meestal goed!

8. Wat voor rups? Op de site van Vlindernet, zoek je het op.

9. Vrijlaten. Vlinders kun je het beste snel vrij laten. Ze hebben ruimte nodig om te vliegen, dus je kunt ze niet in de bak houden.

Meer informatie over rupsen opvoeden, tuinieren op de vierkante meter, eetbare bosplanten en kikkervisjes vind je in mijn boek: Naar Buiten. Deze kunt u voor 7 euro 50 als download bestellen door een mail te sturen naar: bart@natuureducatie.com. Ik stuur u dan het webadres + een factuur.